Ik kan kostuumnaaien

Onze oudste dochter kwam enkele dagen geleden met het boek: ‘Ik kan kostuumnaaien’ thuis. Het is een prachtig geïllustreerd boek met ouderwets taalgebruik en spelling. Dit exemplaar is de derde druk en is uitgegeven in 1910. Het begint al met het titelblad: de uitleg onder de titel van het boek en de vogel met de tekst. Het is genaaid, gebonden en de band is van linnen. De voorplaat geeft een goed beeld van de tijd: veel handwerk en wat naaimachinewerk. Het boek was bedoeld voor zowel de geoefende naaister als voor zij die niet of nauwelijks naald en draad konden hanteren.

Waarom nam zij ‘Ik kan kostuumnaaien’ mee?

Ik kan kostuumnaaien

Ik kan kostuumnaaien zag zij ergens liggen en ging direct op zoek naar deelnaden. De term deelnaden valt met enige regelmaat bij ons thuis. De term deelnaden waren voor mij onbekend tot een van de juryleden bij de finale van KNIPster 2016 bij de bespreking van mijn rode jurk er een opmerking overmaakte, maar later op de middag is mij uitgelegd wat deelnaden zijn. Meestal zet ik kleding in elkaar zonder mij te bekommeren om de naaiinstructies. Dat het woord deelnaden nu te pas en te onpas bij ons thuis wordt gebezigd behoeft natuurlijk geen uitleg.

Meer over “Ik kan kostuumnaaien’

Het boek werd voor het eerst uitgegeven op een moment dat dames nog korsetten droegen. Daarnaast is de eerste aanzet te zien naar meer comfortabele kleding: reformkleding. Er is een hoofdstuk(je) gewijd aan kleding voor het dienstpersoneel, maar ook voor kinderen. Het boek is opgedeeld in zes delen. Het eerste deel gaat over stofsoorten, stof kopen, naaigereedschap, fournituren en paspoppen. Het tweede deel begint met de maat nemen, patronen tekenen en de kleding maken. Het volgende hoofdstuk behandelt welke kleding er gedragen wordt bij diverse gelegenheden. Gevolgd door kinderkleding, reformkleding en praktische wenken.

Ik kan kostuumnaaien

Bijzondere technieken in ‘Ik kan kostuumnaaien’

Ik kan kostuumnaaien geeft een paar aardige beschrijvingen van een aantal technieken. Twee heb ik mijn moeder wel eens horen gebruiken. De eerste is afglanzen. Afglanzen blijkt een krimptechniek te zijn die vooraf vooral wordt toegepast bij wollen stoffen. Bij het afglanzen wordt de stof op de achterkant nat geperst. Door de stoom zal de eventueel gaan krimpen. De andere term is pompen. Mijn moeder had het daar wel eens over dat een goede coupeuse deze techniek beheerste. Maar wat is pompen. Het is het aanpassen en veranderen van kleding met watteringen, zodat het kledingstuk uiteindelijk aangepast was naar het heersende modebeeld. Ik kan kostuumnaaien beschrijft aan het eind van het boek hoe dit gedaan kan worden. Van al deze pomptechnieken wordt tegenwoordig alleen nog de schoudervulling veel gebruikt.

Ik kan kostuumnaaien

Bijzondere hulpmiddelen voor de costumière

Ik kan kostuumnaaien laat een paar prachtige illustraties zien van hulpmiddelen. Het tornmesje heeft veel weg van een Zwitsers zakmes. Zo zijn er blouse- en rokbevestigers. Deze bevestigers hielden de blouse op zijn plaats in de rok. De paspoppen hebben diverse vormen. Een Engelse buste met sterke buiging en een buste met droit-levant zijn twee voorbeelden hiervan.

Ik kan kostuumnaaien

Wat doe ik met het boek ‘Ik kan kostuumnaaien’?

Ik kan kostuumnaaien is voor mij een leuk boek om in te bladeren. Als er ooit een vraag komt of ik iets wil naaien uit de periode rond 1900 zal het boek zeker een goede bron zijn. Tot dan is het vooral plaatjes kijken en genieten van de zinnen. Zo begint het boek met de vraag ‘Wie kan kostuumnaaien?’. ‘Elke vrouw, die hetgeen dit boek bevat als kennis in zich heeft opgenomen’. Het doel van het boek is ‘om vrouwen, wier beroep het niet is, zover te brengen dat zij al het naaiwerk voor zich zelve, voor hare familie en zoo nodig voor haar dienstpersoneel eigenhandig kan uitvoeren’. En dat lijkt mij nog steeds een prima uitgangspunt.

8 Comments on Ik kan kostuumnaaien

  1. Hartelijk dank voor je reactie.
    Na zoeken heb ik zelf de volgende oplossing bedacht.
    Mijn lap betreft wilde zijde in platbinding geweven met een bouclee achtige structuur. (gladde zijde behoeft niet afgeglansd te worden).
    Op de achterzijde van de stof heb ik een droge persdoek gelegd en bevochtigde deze heel licht met nevel uit de plantenspuit. Vervolgens gestreken met de strijkbout temperatuur op twee stippen = wol. Het resultaat was perfect en de vouwen waren weggestreken bovendien.

    • Goed te horen en dank voor het delen van je ervaring mbt de voorbereiding van de stof. Veel succes met het maken van het kledingstuk.

  2. Er staat in dit boek hoe men wollen stof afglanst. Mijn vraag is of er ook in vermeld is hoe men grove zijden stof afglanst. En of dit ook met een vochtige doek gepaard gaat.Voor ik mijn stof ga knippen zou ik dit graag willen weten.

    Bij voorbaat dank voor uw antwoord

    • Ik heb het voor je opgezocht in het boek en pagina’s met onderwerp linnen. Ik stuur je de informatie toe in een aparte mail. Succes.

  3. Wat een leuk kado, Sonja.
    Mijn moeder heeft vroeger de coupeuseopleiding gedaan en zij sprak wel over “pompwerk”. Daaronder wordt dan verstaan het (beter) passend maken van kleding. Je ziet dit fenomeen nog wel in een echte modezaak.

    • Mijn moeder had het ook wel eens over, maar kon het niet uitleggen. Het boek is leuk om te lezen en er staat veel in over stoffen, fabricage en verwerking ervan.

Leuk dat je de tijd nam om mijn bericht te lezen. Ik hoor graag wat je er van vond. Thank you for taking the time reading this blogpost and taking the time to write a comment for this post. I really do appreciate it.

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Meer informatie over hoe uw reactiegegevens worden verwerkt.